Wie en wanneer heeft de verbrandingsmotor uitgevonden
De stoommachine en zijn invloed in de 19e eeuw hebben het gehaald, die uitvinders, waarvan er in die tijd veel waren, wilden ze al snel iets meer. Nieuw, betere apparaten, waardoor je sneller kunt rennen, vooral een machine, en ze zullen de productie en exploitatie van fabrieken en voertuigen versnellen.
Al in 1860 jaar was de voorouder van de verbrandingsmotor, tweetaktmotor, enkele cilinder, die werd aangedreven door aardgas. Het is echter niet geslaagd voor de gebruikte test. Alleen in 1876 Nikolaus Otto ontwierp en bouwde de allereerste viertaktmotor met interne verbranding in de geschiedenis. Het markeerde daarmee het begin van het autotijdperk, die dankzij zo'n motor zou kunnen ontstaan. Nikolaus Otto was Duitser, de zoon van een boer, die nooit aan een universiteit of technische scholen heeft gestudeerd. Hij was een autodidact en uitvinder, die sinds de jaren 1870 betrokken was bij het ontwerp van motoren. Hij verbeterde ze geleidelijk tot de oprichting van een interne verbrandingsmotor. Na verloop van tijd perfectioneerde hij ook de motor die hij had uitgevonden. Hij vond ook de elektrische ontsteking uit voor een benzinemotor. Als gevolg hiervan kan het, behalve benzine, ook met andere soorten brandstof worden gebruikt als alternatief voor benzine.
Nikolaus Otto was de oprichter en eigenaar van de Deutz Gasoline Engine Factory. Hij was getrouwd en had zeven kinderen. Voor het treinstation in Keulen, waarin hij stierf in 1891 Jaar, daar is zijn monument.